Enkele citaten uit de Filosofische Onderzoekingen

P.176 Ik riep uit "Nu heb ik het!"- Een plotseling opveren: vervolgens kon ik het plan tot in detail uiteenzetten. Wat zou daar moeten blijven staan? Een beeld misschien. Maar "nu heb ik het" betekende niet: ik heb het beeld.

P.179 Dus gaat psychologie over het gedrag, en niet over de ziel? Wat rapporteerde de psycholoog? - Wat observeert hij? Toch het gedrag van de mensen, in het bijzonder hun uitingen? Maar die gaan niet over gedrag.

P.184 Mensen die ons na het ontwaken bepaalde voorvallen vertellen (zij zijn daar en daar geweest, etc). Wij leren hen nu de uitdrukking "ik heb gedroomd", waarop het verhaal volgt. Daarna vraag ik hun soms "heb je vannacht iets gedroomd?" en krijg een bevestigend of ontkennend antwoord, soms een droomverhaal, soms niet. Dat is het taalspel. (Ik heb nu verondersteld dat ik zelf niet droom. Maar ik heb ook nooit het gevoel dat iets onzichtbaar aanwezig is, en anderen wel, en ik kan hun naar hun ervaringen vragen.) ŚMoet ik nu een veronderstelling doen over de vraag of de mensen door hun geheugen bedrogen worden of niet; of zij werkelijk tijdens hun slaap deze beelden voor zich hebben gezien, of dat hun alleen maar zo voorkomt na het ontwaken? En wat is de zin van deze vraag?-En wat het belang?! Vragen wij ons dat ooit af wanneer iemand ons zijn droom vertelt? En zo niet,-- is dat omdat wij er zeker van zijn dat zijn geheugen hem niet heeft bedrogen? (En gesteld dat het iemand was met een bijzonder slecht geheugen.-)
En betekent dat dat het onzinnige is ooit de vraag te stellen:of de droom werkelijk plaatsvindt tijdens de slaap, of een geheugenverschijnsel is van de persoon die ontwaakt? Het zal van het gebruik van de vraag afhangen."
Het lijkt of de geest een woord betekenis kan geven"- is dat niet alsof ik zou zeggen: "Het lijkt of in benzol de C-atomen op de hoek van een zeshoek liggen"? Dat is toch niet iets dat zo lijkt; het is een beeld.