Biografie

Emmeline Goulden, dochter van Robert Goulden en Sophia Crane, werd geboren op 25 september 1858 in Manchester als een van de 10 kinderen.

Emmeline kwam uit een rijke familie, die haar geld verdiend had in de katoenindustrie. Haar moeder was een feministe, waardoor Emmeline al vroeg met het feminisme in contact kwam.

Nadat Emmeline naar scholen in Manchester en Parijs was geweest, trouwde ze in 1879 met de radicale advocaat en politicus Richard Marsden Pankhurst. Hij was toen 44, Emmeline pas 20.

Beiden werkten ze voor de Manchester Women's Suffrage Committee en de Married Women's Property Commission, voordat ze in 1885 naar Londen verhuisden. Emmeline ging daar een winkel in Tottenham Court Road managen.

In 1889 richtte Emmeline de Women's Franchise League op, die in 1894 het recht voor gehuwde vrouwen om lokale bestuurders te kiezen verkreeg.

Ook hun dochters Christabel (1880-1958) en Sylvia (1882-1960) zullen later betrokken worden bij haar werk. Een derde dochter, Adela (1885-1961) werd actief in de vrouwenbeweging in Australië. Als laatste hadden ze nog een zoon, geboren in1884.

Na de dood van haar man Richard, in 1898, keerde Emmeline terug naar Manchester. In 1903 richtte ze samen met haar dochter Christabel, de Women's Social and Political Union (WSPU) op. Het doel van deze organisatie was politieke gelijkheid voor vrouwen te verkrijgen door middel van kiesrecht.

Twee jaar later werd Christabel gearresteerd voor het beledigen van een politieagent, die haar verwijderde van een liberale bijeenkomst in de Free Trade Hall, die ze gestoord had door te roepen voor vrouwenkiesrecht. De Daily Mail gebruikte toen de term "suffragettes" om de vrouwen die voor stemmen streden te beschrijven.

De vrouwen zagen dit als een compliment en noemden henzelf voortaan ook de suffragettes.

Van toen af aan liet de WSPU het niet meer alleen bij woorden.

Emmeline verhuisde terug naar Londen in 1906, waar ze gemakkelijker kon lobbyen in het parlement. Met haar organisatie verstoorde ze veelal politieke bijeenkomsten en organiseerde ze demonstraties. Bij deze demonstraties is Emmeline meerdere keren gearresteerd.

De WSPU ging steeds hardere acties voeren, zoals brandstichtingen en bomaanslagen in leegstaande gebouwen.

Emmeline werd veroordeeld tot 3 jaar wegens een poging tot het opblazen van het huis van de Minister President. Elke keer ging Emmeline in de gevangenis in hongerstaking, waardoor ze weer werd vrijgelaten tot ze weer op krachten was.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914, staakten de suffragettes al hun acties. Tijdens de oorlog bezocht Emmeline de VS, Canada en Rusland.

Tijdens haar speeches in die landen moedigde ze de vrouwen aan in de industrie te gaan werken, nu die handen tekort kwamen omdat de mannen naar het front waren gestuurd.

Ze probeerde op deze manier ook stemmen te winnen, door te verklaren dat vrouwen gelijke rechten zouden moeten hebben als mannen.

In 1918 werd in Engeland het kiesrecht voor vrouwen ingevoerd, Emmeline's grootste overwinning.

In 1926 keerde Emmeline terug naar Engeland, nadat ze al die tijd in de VS was gebleven. Ze werd conservatief kandidaat voor het Lagerhuis. Maar door haar slechte gezondheid moest ze afhaken nog voordat ze gekozen kon worden.

In 1928 werden de vrouwen in Engeland op het gebied van kiesrecht gelijk berechtigd. Vlak na de aanneming van deze wet overlijdt Emmeline.