Mata Hari, een korte biografie

Mata Hari werd geboren als Margreetha Geertruide Zelle op 7 augustus 1876 te Leeuwarden als dochter van Adam Zelle, een eigenaar van een hoedenwinkel, en zijn vrouw Antje van der Meulen. Het gezin Zelle bestond verder uit Margreetha’ s drie broers Arie Anne, Cornelis Coenraad en Johannes Hendriks.

Als meisje en tiener was Margreetha een opvallend en levendig persoon. Ze viel op door haar exotische uiterlijk: donkere haren en een expressief gezicht. Typerende kenmerken van haar persoonlijkheid waren toen reeds ontwikkeld, zoals "…een groot verlangen om in het middelpunt van de belangstelling te staan, het zich willen onderscheiden ten opzichte van vriendinnen en kennissen." Zij wist dit te bewerkstelligen door het vermengen van fantasie en werkelijkheid en door haar extravagante gedrag, zoals "…verzinsels en verhalen creëren, opvallende kleding en ander uiterlijk vertoon." Het feit dat ze als kind verwend werd verklaart haar latere hang naar luxe.

Na jaren van financiële voorspoed ging Adam Zelle’s bedrijf in 1889 failliet. Na dit gebeuren werd Margreetha naar een oom in Sneek gestuurd. Deze opperde het idee om een opleiding tot kleuteronderwijzeres te volgen; hetgeen mislukte. Vervolgens verhuisde zij naar een oom in Den Haag, waar zij haar toekomstige echtgenoot Rudolf MacLeod ontmoette. Hij was een officier van het KNIL die met ziekteverlof in Den Haag verbleef. Het contact tussen de twee kwam tot stand via een advertentie. Vier maanden na hun eerste ontmoeting traden ze in het huwelijk, waaruit twee kinderen werden geboren: Norman John en Jeanne Louise. Beide stierven op jonge leeftijd. Het grootste gedeelte van hun huwelijk brachten zij door in Nederlands-Indië. Het was geen gelukkig huwelijk, dat na zeven jaar in een scheiding uitmondde. Na verloop van tijd ging Margreetha haar geluk beproeven in Parijs.

Na aanvankelijk onbevredigend werk als schildersmodel gedaan te hebben keerde ze terug naar Nederland. Tijdens haar volgende verblijf in de Franse lichtstad verwierf zij binnen korte tijd sensationeel succes als oosterse naaktdanseres. Zij trad op onder de naam Mata Hari, wat in het Maleis "oog van de dag" betekent. Haar optredens waren nog nooit eerder vertoonde happenings. Ze werden ontvangen in een mengeling van verwondering en fascinatie. Vooral mannen waren diep onder de indruk. Haar sensuele dansen, in combinatie met haar uitgesproken onverhulde vrouwelijke seksualiteit, droegen hiertoe bij. Het leidde tot de beeldvorming van Mata Hari als onbereikbare liefdesgodin.

Haar faam als danseres bracht haar in contact met tal van beroemdheden en hooggeplaatsten uit zowel artistiek, zakelijk als politiek milieu. Onder dezen bevonden zich componisten als Puccini, hooggeplaatste officieren en belangrijke figuren uit het culturele leven en bekleders van overheidsfuncties. Velen van hen hadden de status van minnaar.

Mata Hari’s roem nam zulke vormen aan dat ze al bij het leven een legende werd. Haar carrière breidde zich uit met optredens in Spanje, Oostenrijk en Monte Carlo. Na enige tijd besloot ze te gaan reizen. Bij terugkomst in Parijs werd ze geconfronteerd met concurrentes die zich ook profileerden als naaktdanseressen. Hierop besloot zij haar carrière een nieuwe impuls te geven, onder andere door als danseres op te treden in opera’s en toneelstukken. Verdere ambities van haar om ook voet aan de grond in de Berlijnse theaterwereld te krijgen werden in de kiem gesmoord door het uitbreken van de eerste wereldoorlog.

Tijdens de oorlog kwam Mata Hari’s voor veel mensen meest fascinerende kant tot ontplooiing, namelijk die van dubbelspionne. Een hoedanigheid die haar in 1917 voor het Franse militaire gerechtshof bracht. Deze veroordeelde haar wegens spionage tot de doodstraf. Op 15 oktober van het zelfde jaar werd Mata Hari door een vuurpeloton gefusilleerd.