Visioenen: muziek
Hildegard haalde haar muziekwerken uit de goddelijke openbaring. Zij noemde haar muziek de samenklanken van de harmonie der hemelse openbaringen, de klant van het licht waarvan zij de bazuinklank was. Haar composities zijn het best te vergelijken met gregoriaanse muziek. Ze zijn geschreven ter omlijsting van de mis en getijden. De hoogst denkbare muziekvorm wordt door de stem gemaakt, door de zang. Kenmerkend voor Hildegard's muziek was hoe zij omging met de traditionele modi, muziek - denken in meer dan één modus tegelijk. Dat verklaart de vaak vreemde melodieuze verloop van de klanklijn. Het liturgische gezang van de nonnen van de Rupertsberger klooster waren vol emoties, rijkelijk versierd, geladen en vol zeggingskracht, bijna extatisch.
De klanken van de harmonie der sferen vormen tezamen één zoemend en trillend geheel van de kosmos, alle hemellichamen , sterren en planeten waarvan de mens zelf deel uitmaakt. De sfeer was niet visueel maar akoestisch waarneembaar. De teksten waren van zeer uiteenlopende aard.
Hildegard schreef gezangen voor vrouwen zoals de heilige Ursula en Maria, en voor patricieërs, profeten en heiligen. Zij had een sequens geschreven voor de heilige Maximus, één der heiligen van de stad Trier. Een sequens is een herhaling van een toonfiguur op een hogere toontrap. Het is een kerkelijk gezang met syllabische melodie (slechts één noot op elk lettergreep). Haar sequensen zitten vol metaforen. In de 1e strofe van het Maximinus-sequens staat 'balsem' voor 'de geur van Gods woord', en in het 3e strofe gebruikt zij 'hout uit Libanon' als metafoor voor Christus. Als een ware profetes gaf zij zingend haar boodschap door.
|