Over taal

In Wittgensteins theorie (vanuit zijn kader) werden alle filosofische problemen over de wereld geïnterpreteerd als problemen over de beschrijving van de wereld. Hij achtte het zijn taak de filosofen te genezen van de verleiding om van de gewone taal af te wijken.
(De reden waarom ik filosofie gekozen heb is om te proberen mijn gedachten duidelijk en correct naar buiten te kunnen brengen. Filosofie is voor mij niet zozeer 'denken' op zich. (Maar hetgeen wat je denkt ook in duidelijk en voor iedereen begrijpbare taal om kunnen zetten. Vandaar dat ik het de taak van de filosofie acht om het feitelijk "onbespreekbare" bespreekbaar te maken, zodat zwijgen niet noodzakelijk meer is. Dingen die we nu nog niet kunnen verwoorden of duidelijk kunnen verwoorden 'woordelijk' maken.) Daarbij wil hij vooral laten zien waarom iemand geneigd is een bepaalde filosofische uitdrukking te gebruiken (of watvoor uitdrukking/communicatie/output dan ook) of een uitdrukking filosofisch te gebruiken. In feite levert Wittgenstein een metafysische verhandeling over het onderscheid tussen wat in taal kan worden gedacht, en wat niet door taal kan worden uitgedrukt, maar alleen kan worden getoond. Hij probeert door middel van het taalspel ons een beeld te geven van de verbanden die tussen woord en het doel waarvoor het woord gebruikt wordt bestaan. De opbouw van zinnen en het verband met het doel en de gedachte achter de letters/ klanken of gedragingen. Hij probeert te bewijzen dat er een vaste lijn/ procedure in onze communicatie is. Het fundamentele feit is hier: dat we regels, een techniek, voor een spel vastleggen, en dat het dan, wanneer we de regels volgen het niet zo gaat als we veronderstelden. Dat we als het ware in onze eigen regels verstrikt raken. Dit verstrikt raken in onze regels is wat we wij willen begrijpen, dat wil zeggen overzien. Het werpt licht op ons begrip 'bedoelen'. Want het loopt in die gevallen dus anders dan we het bedoeld, voorzien hadden. We zeggen dan ook, wanneer zich bij voorbeeld een tegenstrijdigheid voordoet: "Zo heb ik het niet bedoeld". De maatschappelijke status van de tegenstrijdigheid. Of haar status in het maatschappelijke leven: dat is het filosofische probleem.

De taalspelen dienen als vergelijkingsobjecten, die door overeenkomsten en verschillen licht moeten werpen op de omstandigheden binnen onze taal.