Twijfel

    Ondanks dat ik eigenlijk nog stukken wilde citeren uit deel I tenslotte mijn voorlopige conclusie wat betreft de 'Filosofische Onderzoekingen': Wittgenstein geeft in deze stof een heleboel weerleggingen, verhelderingen en voorbeeldzinnen/situaties etc. Problemen en twijfel die de taal veroorzaakt; zoals met name onduidelijkheden in de taal die voortkomen uit het wat mij (momenteel) betreft ontbreken van de woorden. Of volgens Wittgenstein (4.116): het ontbreken van helder denken. Want alles wat werkelijk gedacht kan worden kan helder gedacht worden. Alles wat uitgesproken kan worden, kan helder uitgesproken worden. (Waarbij ik zelf de nadruk wil leggen op: "Kan".. En: Het mystieke uitleggen maakt het mystieke niet mystiek meer.)
    Heel duidelijk is de tegenstelling te zien met de "Tractatus Logico Philosophicus" waarin Wittgenstein zijn standpunt naar voren trachtte te brengen als het antwoord. In de Filosofische Onderzoekingen zie je meerdere malen duidelijk na het weerleggen, uitleggen en concluderen van een in dit geval bepaald fenomeen, alleen of in veel gevallen een nieuwe vraag/ nieuw probleem ontstaan.
    Aan alles wat ik geschreven heb, heb ik geen moment getwijfeld; anders was het al niet op het scherm beland. Deze tekst is in momenten ontstaan en de voltooiing ervan is afhankelijk van hoeveel filosofische momenten ik heb.
    Ik heb wel veel getwijfeld aan de vorm waarin het er op stond. Hoe ik dingen correct moest nuanceren.. Daar moest ik overheen stappen; iets op papier is beter als/dan niets.
    Twijfel speelt zich over het algemeen in me gedachten af en niet in m'n woorden. En ik heb het dan zeker niet over contradictie en tegenstrijdigheid; want das wat ik ben.
    Deze tekst is aan verdere uitwerking onderhevig. Hilbert-Jan Belksma