De betekenis van Popper nu

Popper heeft veel gepubliceerd en daarin zijn voornaamste theorie steeds in een ander licht geplaatst, grof gezegd kun je echter stellen dat het eigenlijk variaties op een eenvoudig thema zijn: wij kunnen van onze fouten leren. Uit zijn theorie is het falsificatie principe als kenmerk van echte wetenschap naar voren gekomen. Hetgeen niet te falsificeren valt noemt hij pseudo-wetenschap. Tegen dit demarcatie criterium van Popper zijn de nodige bezwaren ingebracht. Een bezwaar dat vaak genoemd wordt is dat zijn eisen te streng zijn. Andere wetenschapsfilosofen (zoals Lakatos, Kuhn) hebben andere voorstellen gedaan voor een houdbaar demarcatie criterium. Ondanks al deze pogingen bevindt de wetenschapsfilosofie zich heden ten dage nog steeds in een dilemma wat betreft de scheidslijn tussen hetgeen dat wetenschappelijk of wel als pseudo-wetenschappelijk aangemerkt kan worden.

Vorig jaar is het boek ‘De vloek van Wittgenstein – Het onbesliste gevecht met Karl Popper’ van David Edmonds & John Eldinov in vertaling verschenen. In dit zeer intrigerende boek staat te lezen: ‘In Groot-Brittannië en de Verenigde Staten verdwijnt Popper langzamerhand uit de syllabi: zijn naam vervaagt, maar is niet geheel vergeten. De aanvallen op dogmatisme en historische onvermijdelijkheid, het benadrukken van tolerantie en bescheidenheid zijn tegenwoordig vanzelfsprekend en staan niet meer ter discussie. Als een wederopstanding van het communisme, het fascisme, agressief nationalisme of religieus fundamentalisme opnieuw de internationale orde, die op de vrije samenleving is gebaseerd, zou bedreigen, dan zouden we Poppers werk opnieuw moeten opslaan.’ De schrijvers van dit boek konden niet bevroeden hoe snel Popper weer actueel zou worden. De gebeurtenissen van elf september 2001 in Amerika hebben er voor gezorgd dat thema’s, als relativisme, dogmatisme, totalitarisme, weer op de agenda geplaatst zijn. Dit plaatst de filosofie van Popper, misschien wel helaas, weer in de huidige werkelijkheid,.

Volgens Popper bestaan geen harde zintuiglijke waarnemingsfeiten. Waarnemingen krijgen pas echt betekenis binnen de context van een voorafgaande theorie en kunnen dus nooit de onbetwijfelbare ervaringsbasis vormen waarop onze wetenschappelijke kennis kan worden gefundeerd. Wetenschappelijke kennis is, met andere woorden, niet objectief buiten de mens gegeven, maar is mensenwerk. Het eerder aangehaalde boek "De vloek van Wittengenstein' heeft als hoofdthema de enige ontmoeting tussen twee van de grootste filosofen van de vorige eeuw: Karl Popper en Ludwig Wittgenstein. Deze ontmoeting vond plaats in de Moral Science Club van de universiteit van Cambridge op 25 oktober 1946 en duurde niet langer dan tien minuten. De vraag of Popper een onware versie publiceerde of de vraag welke van de verschillende versies van wat er gebeurde op die 25 oktober 1946 de waarheid weergeeft is te gelijkertijd een bewijs dat zintuiglijke waarnemingen op zijn minst gekleurd zijn.