De volgende theorie van Nietzsche die ik onder de loep neem, is die van de
verhouding tussen de mens tot de wereld. In het boek De geboorte van de
tragedie uit de geest van de muziek brengt hij twee elementen bij elkaar,
namelijk die van de geest van Apollo en Dionysos. Aan de ene kant stelde
Nietzsche het element van de Griekse god Apollo, wat staat voor het dwingen in
de mens naar orde, maat, en harmonie. Hiertegenover staat het element van de
Griekse god Dionysus, die staat voor de roes en de extase. Het is de verhouding
tussen deze twee die Nietzsche hier toonbaar maakt. Hierdoor leert de mens
zichzelf kennen en verzoent deze zich met de door hem afgesplitste wereld. Dit
is in mijn ogen een prachtige stap in het streven naar het schoonheidsideaal van
een menselijke wereld, het een zijn met de twee werelden van de alledaagse
regelmaat en de roes waarmee wij door de vreugde en dans onszelf leren kennen.
Het bij elkaar brengen van de elementen van Dionysos en Apollo ! is misschien
daarom een goed voorbeeld om het denken van Nietzsche bij de nieuwe mens aan te
boren.
Friedrich
Nietzsche
Volgens Nietzsche werden filosofen beperkt door
het begrip de taal, oftwel de vorming van begrippen. Grammatica, een taal die de
mens spreekt, begrippen, bouw van zinnen en alle vastgelegde elementen die
daarin voorkomen, opgeschreven in boekjes als wetten, beperken de mens om het
leven uit te drukken zoals het ervaren wordt. Als men buiten deze grammatica
omgaat, buiten de wetten van de mens waarmee men communiceert, zal de mens niet
begrepen worden, omdat men vanuit andere begrippen spreekt met andere regels en
ideeën. Als fundamentele filosofische kritiek kwam het erop neer dat de taal, de
vorming van begrippen, voor ieder beperkend werkt. Je hebt voor de kleur groen
bijvoorbeeld een woord, en dat is groen. Maar in de kleur groen zijn meer dingen
waar te nemen, mensen ervaren groen niet altijd als alleen 'groen', terwijl er
toch maar een woord voor is. Filosofen moeten hun ideeën uiten, zoals iedereen,
in de taal waarin iedereen het kan begrijpen. (zie hierboven) Er bestaat en er
zal voorlopig ook vast niet een codetaal bestaan waarin alles uitgelegd en
gemeend kan worden, zodat filosofische kwesties die meer menen dan de taal ons
laat uitdrukken, naar voren gebracht kunnen worden. De mens beperkt zichzelf,
maar heeft ook geen keus hierin, omdat de mens is wat deze is! De taal is als de
riemen waarmee we roeien om onszelf duidelijk te maken, en als we daardoor
beperkt worden, moeten we andere middelen vinden om ons duidelijk te maken.
Taalcommunicatie is maar een klein deel van het compleet omvatte begrip
communicatie. Zoals Nietzsche vond, het nieuwe denken van de mens komt met een
nieuwe taal. Zal dit een gesproken taal zijn zoals wij elke dag tegen mensen
spreken, die wij mede met gebaren, volume en toonhoogte in onze stem duidelijk
maken? Of kunnen mensen een taal ontwikkelen die compleet los staat van praten,
die met het nieuwe denken! kan worden mee ontwikkeld, die er precies inpast?
Nietzsche beschreef bijvoorbeeld in Also sprach Zarathustra (1883)
daadwerkelijk een andere taal met een nieuwe manier van denken. Er gaat een
ongekende vrolijkheid, passie, vol vreugde en beweeglijkheid vanuit, een die wij
in ons leven misschien ook vaker zouden willen zien.
Een derde theorie die ik wil bespreken is Nietzsche's visie op God,
met andere woorden de almachtige voor gelovigen, of het nou God, Allah, of wie
dan ook is. Waarom geloven wij in een god? Nietzsche zei dat als God niet in ons
hart leeft, dat hij dood is. Dan is hij door ons vermoord. En waarom? Omdat iets
waarin je gelooft je in je hart sluit. Veel mensen hebben een God nodig om
zekerheid te hebben, om te geloven in een lichtpunt op het moment dat er geen
uitzicht is. Aan de ene kant, geloof word in veel culturen er al bij de geboorte
ingeprent, soms met zo'n diepgang, dat deze God niet meer weg te denken valt uit
het leven van deze individu. Deze mensen zijn niet in staat traditionele waarden
te doorbreken en tot een compleet bewustzijn van eigen gedachten te komen,
waarbij niet naar feiten, noch naar normen en waarden word gekeken. In onze
rijke maatschappij is godsdienst meer een poppenkast geworden, we overtreden de
wetten van het heilige boek onbewust om de twee minut! en. Ook heilige boeken
zijn bronnen van wetten, net als staatswetten en eigen normen en waarden. En als
je dat kan doen, je eigen normen en waarden waarin je mee rent in de
maatschappij doorbreken, wat kan je dan bereiken? Beter gezegd, hoe doe je dat
in deze "ratrace"?
Het dodenmasker van Nietzsche
Misschien zijn wij volgens Nietzsche nu in
staat zijn filosofieën te begrijpen, maar kunnen wij deze nu omvatten, en
onszelf naar een hogere staat brengen. Misschien begrijpen wij dit nu wel beter,
maar het is maar de vraag of wij ook echt nu al zijn filosofie in de praktijk
kunnen schetsen, met de hedendaagse wereld op de achtergrond. Het enige wat je
kan, is je zoveel mogelijk plaatsen in zijn theorieën en proberen jezelf zoveel
mogelijk onder de loep te nemen. Kunnen alle mensen wel zo denken, of is dit
slechts voor een fractie van alle mensen mogelijk? Elk mens is een individu en
komt tot zichzelf op zijn eigen manier. Een nieuw mens worden met nieuwe ideeën,
zonder taboes en normen of waarden, zou goed of slecht kunnen zijn. Of deze mens
hoeft geen onderscheid meer te maken tussen goed en slecht, als dat dan ook al
in de ban gedaan zou zijn. Dit is geschreven vanuit de standpunten van Nietzsche
in zijn boek Voorbij Goed en Kwaad (1886). Hierin laat Nietzsche het ! er
dan ook op neer komen, dat een mens een revolutie in zichzelf moet ontketenen om
in die nieuwe roes van ideeën, dans, vreugde, en genot te komen, de zijde van
Dionysos. Maar anderzijds ook de behoefte van Apollo om orde en harmonie te
behouden, het blijven scheppen van de visuele schoonheid, en dat dan de mens een
nieuw mens kan worden.
Zou hij werkelijk misschien gedacht hebben dat mensen
vanaf het jaar 2000 zouden kunnen zien dat God niet meer was? Nietzsche dacht
dat men in zijn tijd niet kon begrijpen dat God gestorven was, maar dat dat
juist rond onze tijd zou gerealiseerd zou kunnen worden door de mens. Ik denk
dat juist door het materialisme van vandaag de dag en alle behoeftes waarin wij
vervuld zijn, dit inderdaad het geval is. Wij hebben alles, wij hoeven niks meer
van een god met al onze wetenschap en onze bergen spullen die ons gelukkig
maken.