Desiderius Erasmus van Rotterdam (Rotterdam 1466 - Bazel 1536)
Erasmus is de belangrijkste figuur van de humanisten vlak vóór en in de Reformatie.
In het Augustijner klooster legde hij zich toe op de kennis van het klassieke Latijn, hier maakte hij kennis met de humanistische stromingen.
In 1495 gaat hij in Parijs beginnen met ook een studie Grieks en legt de grondslag voor zijn tekst-kritische uitgave van het nieuwe testament, dat hij rechtsstreeks uit de Griekse bronnen vertaalde.
Dit werk geeft hem grote faam als geleerde.
In zijn humanisme wordt het zwaartepunt gevormd door oprecht religieus gevoel, wat ook het stempel van Platonisme droeg.
Dit greep (o.a.) terug op het onderricht van Christus. Typisch voor Erasmus is verdraagzaamheid t.a.v. elke godsdienst samen met gezond en optimisitisch vertrouwen in de rede. Kenmerk in Handboek van de Christelijke soldaat uit 1502.
Erasmus schrijft in 1517 aan een vriend, dat hij aan het begin van een gouden eeuw denkt te staan. Hij merkt op dat de grote Europese machthebbers Leo X en Koning Frans van Frankrijk tegen hun eigenbelang een beweging aanvoeren, die streeft naar de internationale vrede.
Hij hoopt op vernieuwing van moraal - Christelijke vroomheid en vrede en vooral letterkunde. In deze periode bleef namelijk het laatmiddeleeuwse denken gekenmerkt door Thomisme, Scotisme en nominalisme tot in de vroege 17e eeuw bestaan naast de humanistische denkvormen.
Het humanisme van de Renaissance is allereerst een studieprogramma, motto terug nar de bron, de fraaie stijl, hoge moraal van de oudheid.
Het humanisme heeft door Erasmus met Philosophia Christi een belangrijke rol gespeeld in het conflict van de 16e eeuw - de reformatie.
In het boek "De Draagbare Earsmus" citeert men zijn inzicht op het gebied van onderwijs. Iemand heeft recht op de juiste opvoeding en goed onderwijs - dit is een bron van deugd en liefde. Dit moet met toewijding vroegtijdig onderwezen worden. Een mens wordt geboren voor filosofie en eervolle daden.
Het menselijk geluk is te vinden in ??-onderricht en oefening.
Hij maakt een reis naar Italië, dit was de weg naar de roem, voor allen die in die tijd kunst of letteren beoefenden.
Hij was geschrokken dat het geld van de armen opging aan pracht en praal.
In Venetië voltooide hij de nieuwe uitgave van Agagion. De bijval ten noorden van de Alpen was groot.
Na Italië te hebben verlaten schreef Erasmus de „Lof der Zotheid", als opdracht gericht aan zijn gote vriend Thomas Moore. Minder grof dan Luther kaart hij in de ‚Lof der Zotheid' de wantoestanden aan die heersten rondom het stadhouderschap.
Men doet Erasmus onrecht aan door hem ernstig te nemen waar hij niet ernstig genomen wil worden. Hij toont zijn vaardigheid in de scholastieke hantering van het pro en contra.
Vanaf 1514 verbleef hij in Bazel, wijdde zich aan de kritische teksten van Hyronimus, Ambrosius en Augustinus.
Hier deed zich de eerste uiting van het schisma voor. Het publiek stelde hem op 1 lijn met Luther, er volgde ??? gewelddaden.
Erasmus kan zijn gevoel van antiphatie niet verbegen. Diep geschokt; de verdraagzaamheid die hem zo dierbaar was werd bedreigd.
Om de eenheid van de kerk te herstellen, wat hij noodzakelijk vond, schreef hij:
„Over de beminnelijke eendracht van de kerk" (1533).
Geschreven door: Jowie Appelboom,
V5 Filosofie Joke Smit Academie
|