Albert Camus (1913-1960)

Op 7 november 1913 werd Albert Camus geboren in Mondovi (Oost-Algerije). Hij studeerde filosofie en literatuur in Algiers. Hij werd filosoof, roman- en toneelschrijver. Op 5 januari 1960 overleed Albert Camus ten gevolge van een auto-ongeluk; met volle vaart is de auto waarin Camus zat tegen een boom opgevlogen: Camus, 46 jaar oud, was op slag dood.

Camus is de filosoof van het absurde. Volgens hem heeft het leven geen gegeven zin en botst de mens die aan de wereld naar eenheid en helderheid vraagt op de muren van het absurde. De wereld zwijgt namelijk op onredelijke wijze.

Camus verwerpt de oplossingen van talloze existentialistische denkers voor deze benarde situatie en zegt dat ze het onredelijke vergoddelijken. Voor hem komt het aan op verzet, vrijheid en passie. De mens moet in opstand komen tegen deze hopeloze omstandigheid en zal vanuit het licht van de absurditeit zijn gewoontes en gebruiken zien verbleken.
Hierdoor ontstaat een enorme vrijheid waarin men kwantitatief zo intens mogelijk moet genieten.
Ten tijde van L'homme révolté breekt hij volledig met het existentialisme en stelt hij dat de mens een vaststaande natuur bezit. Zijn humanistische en liberale atheďsme blijft echter overeind en hij blijft pleiten voor solidariteit en gemeenschapszin.

Albert Camus

In 1957 ontvangt Camus in Stockholm de Nobelprijs voor de literatuur. De prijs werd aan hem toegekend voor zijn gehele oeuvre. Zijn oeuvre omvat de romans l'Étranger (1942), La peste (1947), La chute (1956), de verhalenbundels l'Envers et l'endroit (1937), l'Exil et le royaume (1957) en de filosofische essays Le mythe de Sisyphe (1942) en l'Homme révolté (1951).