Nietzsche over taal

Commenius project Hans Terpstra Joke Smit College Amsterdam V5
Volgens Nietzsche werden filosofen beperkt door het begrip de taal, oftwel de vorming van begrippen. Grammatica, een taal die de mens spreekt, begrippen, bouw van zinnen en alle vastgelegde elementen die daarin voorkomen, opgeschreven in boekjes als wetten, beperken de mens om het leven uit te drukken zoals het ervaren wordt. Als men buiten deze grammatica omgaat, buiten de wetten van de mens waarmee men communiceert, zal de mens niet begrepen worden, omdat men vanuit andere begrippen spreekt met andere regels en ideeën. Als fundamentele filosofische kritiek kwam het erop neer dat de taal, de vorming van begrippen, voor ieder beperkend werkt. Je hebt voor de kleur groen bijvoorbeeld een woord, en dat is groen. Maar in de kleur groen zijn meer dingen waar te nemen, mensen ervaren groen niet altijd als alleen 'groen', terwijl er toch maar een woord voor is. Filosofen moeten hun ideeën uiten, zoals iedereen, in de taal waarin iedereen het kan begrijpen. (zie hierboven) Er bestaat en er zal voorlopig ook vast niet een codetaal bestaan waarin alles uitgelegd en gemeend kan worden, zodat filosofische kwesties die meer menen dan de taal ons laat uitdrukken, naar voren gebracht kunnen worden. De mens beperkt zichzelf, maar heeft ook geen keus hierin, omdat de mens is wat deze is! De taal is als de riemen waarmee we roeien om onszelf duidelijk te maken, en als we daardoor beperkt worden, moeten we andere middelen vinden om ons duidelijk te maken. Taalcommunicatie is maar een klein deel van het compleet omvatte begrip communicatie. Zoals Nietzsche vond, het nieuwe denken van de mens komt met een nieuwe taal. Zal dit een gesproken taal zijn zoals wij elke dag tegen mensen spreken, die wij mede met gebaren, volume en toonhoogte in onze stem duidelijk maken? Of kunnen mensen een taal ontwikkelen die compleet los staat van praten, die met het nieuwe denken! kan worden mee ontwikkeld, die er precies inpast? Nietzsche beschreef bijvoorbeeld in Also sprach Zarathustra (1883) daadwerkelijk een andere taal met een nieuwe manier van denken. Er gaat een ongekende vrolijkheid, passie, vol vreugde en beweeglijkheid vanuit, een die wij in ons leven misschien ook vaker zouden willen zien.